Vetten en oliën zijn een fundamenteel onderdeel van een uitgebalanceerd hondendieet. Vetten bevatten twee keer zo veel energie dan eiwitten of koolhydraten, namelijk 9 kCal per gram. Eén theelepel (5ml) olie bevat 42 kCal. Sommige vetten moeten worden gegeten door honden door het feit dat ze niet worden aangemaakt door de hond zelf. Deze vetten zijn gekend als essentiële vetzuren, vaak afgekort als EFA (Essential Fatty Acids).
Vetten leveren energie via B-oxidatie en lipolyse, verbeteren de smakelijkheid van een dieet, dienen als schokdemper en isolatie, zijn bouwstenen voor de membranen en voorlopers van de steroïde hormonen en vormen een optimaal milieu voor de opname van vetoplosbare vitaminen (vitamine A, D, E en K). Vetten zijn tevens een bron van essentiële vetzuren dewelke op hun beurt een speciale rol in het lichaam hebben (zie verder).
Te lage vetgehaltes in een voeding kunnen tot tekorten leiden aan energie, essentiële vetzuren en vitaminen. Daarnaast zal het dieet minder smakelijk zijn. Te hoge vetgehaltes in de voeding worden bij sedentaire honden geassocieerd met obesitas. Een vetrijk dieet in combinatie met weinig eiwitten kan ook pancreasproblemen in de hand werken. Het is van belang het vetgehalte van de voeding af te stellen op de individuele behoeften van het dier. (6,7,10,13)
De structuur van vetten
We kunnen voedingsvetten opdelen in verzadigde, enkelvoudige onverzadigde en mervoudig onverzadigde (PUFA’s, Polyunsaturated Fatty Acids) vetzuren. In deze laatste groep bevinden zich de essentiële vetzuren die niet in het lichaam kunnen worden aangemaakt. Honden moeten deze vetten dus binnenkrijgen via de voeding. Essentiële vetzuren hebben meer dan 1 dubbele verbinding in hun chemische structuur, naargelang de plaats van de eerste dubbele binding tegenover de methylgroep, spreken we over (n-3, Ω3) of (n-6, Ω6) vetzuren, respectievelijk omega 3 of omega 6. Vetten worden dus ingedeeld naargelang hun lengte (aantal koolstofatomen) en aantal dubbele bindingen. We kunnen vetten opdelen als volgt: (9,12,16)
Verzadigde vetzuren
Korte Keten vetzuren (SCFA, Short Chain Fatty Acids) zoals propionzuur (C3:0), butyraat (C4:0) of acetaat (C2:0) bevatten ook geen dubbele verbindingen en zijn korter dan 6 koolstofatomen
Middenlange keten vetzuren (Mid Chain Triglycerides MCT) bevatten 6 tot 12 koolstofatomen en voorbeelden zijn Caprilyzuur (C8:0) Caprinezuur (C10:0), of Laurinezuur (C12:0). Voorbeeld: Kokosolie
Palmitinezuur (C16:0), Myristinezuur (C14:0), en Stearinezuur (C18:0) zijn lange keten vetzuren en zitten bijvoorbeeld in palmolie of dierlijke vetten
Enkelvoudig verzadigde vetzuren
- Zoals bijvoorbeeld Oliezuur (C18:1n-9) in olijfolie
Omega 3 vetzuren
ALA (alfa-linoleenzuur, C18:3n-3) in lijnzaadolie, koolzaadolie, walnootolie
EPA (eicosapentaeenzuur, C20:5n-3) en DHA (docosahexaeenzuur, C22:6n-3) in visolie, krill, grasgevoerd vlees
Omega 6 vetzuren
LA (linolzuur, C18:2n-6) in zonnebloem-, maïs-, soja-, saffloerolie, gevogeltevet
AA (arachidonzuur, 20:4n-6) in vlees, ei, pinda
GLA (Gammalinoleenzuur, C18:3n-6) in bernagieolie, teunisbloemolie
Merk op dat visolie EPA en DHA bevat en gekenmerkt worden door 5 of 6 dubbele bindingen, deze vetzuren zijn dus erg flexibel, hetgeen de (cel)membranen ten goede komt. EPA en DHA kunnen theoretisch gemaakt worden uit ALA, echter, het desaturatie-proces en het enzym dat hiervoor zorgt is niet voldoende functioneel bij honden. Hierdoor zijn EPA en DHA veel potenter en een efficiëntere bron van Omega 3 om weefselconcentraties van deze onverzadigde vetten te verhogen. Aangezien EFA’s moeten worden opgenomen via de voeding, hangt de verhouding van vetzuren in de membranen en in het lichaam af van de opgenomen vetzuren en dus van de samenstelling van de voeding. (2,3,9,12,23)
Een dieet met een hoge concentratie aan voedingsvetten en zeker met een hoge concentratie aan PUFA’s is onstabiel en is onderhevig aan oxidatie. Het is dus van groot belang dat honden voldoende EFA’s binnenkrijgen door een vers verpakte voeding te eten die niet onderhevig is aan licht en warmte. Ook het toevoegen van directe antioxidanten zoals vitamine E of indirecte antioxidanten zoals rozemarijnextract zijn van belang. (4,9,26)
Functie van EFA’s
De functie van vetten in het lichaam bestaat uit:
- Energiebron
- Opbouw van celmembranen en huid
- Opbouw zenuwweefsel (hersenen!)
- Bouwstof voor hormonen (cortisol, geslachtshormonen)
- Opslag en opname van vetoplosbare vitamines: ADEK
- Subcutaan vet als isolatie
Essentiële vetzuren hebben enkele specifieke functies:
- Precursors voor de eicosanoïden (prostaglandines, leukotriënen,…)
- Onderhouden van normale celmembranen:
- Flexibiliteit, signalen doorlaten en cel-cel communicatie
- Structuur en functie van de huid en vacht: behouden van een sterke cutane barrière
- Onderhouden van de structuur en functie van de spieren en de gewrichten
- Ontwikkeling en onderhoud van de foetus, de hersenen en van de oog(retina)functie
- Bescherming en formatie van levercellen
Symptomen van een tekort
Tekorten van vetten en essentiële vetzuren komen voor bij honden die een voeding eten van slechte kwaliteit, een voeding met een laag vetpercentage of incorrect samengestelde huisbereide maaltijden. Er kan ook een tekort aan PUFA’s optreden bij voeding die geoxideerd is ten gevolge van een te lange bewaring. Af en toe kunnen tekorten voorkomen door een malabsorptie van vetten ten gevolge van pancreas-, lever-, of maagdarmproblemen. Bij een laag vetpercentage kan de energie in de voeding te laag zijn en kunnen we honden zien die te mager zijn of een energietekort hebben. Daarnaast kan er ook een tekort optreden van de vetoplosbare vitamines (A, D, E en K), met elk hun eigen symptomatiek. Een verminderde vruchtbaarheid en stressgevoelige honden, kunnen we ook zien bij een tekort aan vetten in de voeding.
Je ziet symptomen van Omega 3 en Omega 6 voornamelijk ter hoogte van de huid: een slechte wondgenezing, een droge en doffe vacht en een schilferige huid. Wanneer de tekorten langer aanhouden kan je ook alopecie of een secundaire pyodermie vaststellen. Wanneer deze vetzuren terug worden aangevuld via de voeding, dan ziet men verbetering na 3-8 weken. (25)
PUFA’s als nutraceuticals
Omega 3-vetzuren kunnen worden ingezet voor de behandeling van verscheidene aandoeningen, daarom worden het ook wel nutraceuticals genoemd, ze bevatten bioactieve stoffen met de karaktereigenschappen van een drug. Nier-, gewricht-, en huiddiëten bevatten meer (n-3)vetzuren dan onderhoudsdiëten, dit toont aan dat zij op deze ziekten een positieve invloed hebben. Er is veel interesse in de therapeutische waarde van PUFA’s in het behandelen van huidproblemen wegens het reparerende effect ter hoogte van de huidbarrière. Een hoge dosis (n-3)vetzuren heeft een positief effect bij het behandelen van jeukende huidaandoeningen (hypersensitiviteit, atopie, vlooiendermatitis..), dit is niet verwonderlijk aangezien de huid een groot metabool orgaan is waar kleine tekorten reeds hun invloed op hebben. (1,7,14,25)
Ook andere pathologieën hebben baat bij een hoge dosis aan Omega 3: neoplasieën, hyperlipidemie, hartfalen, gastro-intestinale ziekten (colitis, IBD), neurologische ziekten zoals epilepsie en cognitief disfunctiesyndroom bij senioren, astma en gedrags- en reproductieproblemen. Humaan worden n-3 vetzuren ingezet bij depressieve klachten en bij tal van andere chronische inflammatoire beelden. (1,7,8,9,11,15,17,18,21)
Bij de behandeling van deze aandoeningen is vooral de dosis aan EPA en DHA van belang en niet zozeer de ratio n-6:n-3. Een dosering van 50-220 mg/kg lichaamsgewicht is nodig om positieve effecten te bekomen. In een normale maaltijd voor een hond wordt er niet zoveel toegevoegd en wordt er daarnaast vaak ALA gebruikt als (n-3)bron, met een ander effect. (12)
Zoals met alle medicatie en dus ook met nutraceuticals, kunnen er enkele bijwerkingen toegeschreven worden aan suppletie van (n-3): veranderde thrombocytenaggregatie, gastro-intestinale bijwerkingen, vetoxidatie, gewichtstoename en een veranderde insulinesensitiviteit. Deze bijwerkingen zijn dosisgerelateerd, daarenboven zijn bijwerkingen zoals een toegenomen insulinegevoeligheid waarschijnlijk eerder een positieve eigenschap. Meer onderzoek hiernaar is nodig bij honden. Volgens de NRC is de maximum hoeveelheid EPA+DHA 2,800mg/1000 kcal, 370mg per kg metabool gewicht of 2080mg voor een hond van 10kg. (12,13) De optimaal werkende dosis leunt dus aan tegen de maximale toegestane dosis.
Pancreatitis kan een probleem zijn bij het voeren van een hoog vetdieet, maar er is geen enkele studie die een pancreatitis meldt ten gevolge van een n-3-vetzuren of visolie-suppletie. Theoretisch gezien zou het zou zelfs zo zijn dat deze vetzuren eerder beschermend werken omdat ze de triglyceriden in het bloed verlagen en een anti-inflammatoire werking hebben. (12)
Omega 6:3 ratio
Humane diëten zijn de laatste 150 jaar geëvolueerd naar een dieet met veel verzadigde vetzuren en een hoge omega 6:3 ratio (20:1 - 30:1), een significant verschil met de paleolithische diëten die een ratio van 1:1 hadden. Vergelijkbare onevenwichten in de n-6:n-3-verhouding in hondenvoer hebben ook gevolgen voor gezelschapsdieren, zoals blijkt uit verschillende recente epidemiologische onderzoeken en klinische onderzoeken. (5)
Om een voeding van goede kwaliteit uit te zoeken, kan men dus naar de n-6:n-3 ratio kijken. Dit is gebaseerd op het feit dat beide vetzuren dezelfde enzymen verbruiken bij hun verdere omzetting en ze enkele typische karaktereigenschappen vertonen. Eicosanoïden en prostaglandines afkomstig van (n-6)vetzuren zijn pro-inflammatoir, daartegenover staan de (n-3)vetzuren, voorloper van de anti-inflammatoire eicosanoïden.
Een lage omega 6:3 ratio in de voeding zorgt dus voor minder inflammatoire reacties en minder hypersensitiviteitsreacties. De genexpressie zal veranderen en er zal meer LTB5 (anti-inflammatoire leukotriëne) en resolvine geproduceerd worden. Daarnaast zal er minder LTB4 (pro-inflammatoire leukotriëne), tumor necrose factor- α, interleukine- 6 en interleukine-1β (pro-inflamatoire cytokines) aangemaakt worden.
Omdat aan de basis van veel chronische ziektebeelden een (lage graad) ontsteking staat, bevordert een hoge omega 6:3 ratio de pathogenese van veel ziekten zoals kanker, inflammatoire ziekten en auto-immuunziekten. De optimale inname van de juiste vetzuren is dus van groot belang. Wat de optimale ratio is, wordt nog uitvoerig onderzocht. (19,20,23,24)
Er zijn een aantal studies gebeurd waarbij men verschillende diëten, met elk een verschillende n6:n3 ratio vergelijkt, er zijn echter in het verleden weinig studies gedaan met ratio’s onder de 5:1. In de dermatologie wordt er een dieet aangeraden met een 5:1 ratio, dit is echter gebaseerd op een beperkt aantal studies waarbij andere ratio’s zoals 2:1 en 1:1 niet werden geëvalueerd.22 Er is echter een studie die aantoont dat een dieet met een 1:2 ratio het meeste uitgesproken effect heeft op caniene atopische dermatitis.20 Bij osteoartritis wordt een dieet met een ratio van 1,3:1 in verband gebracht met duidelijk betere locomotorische beweging en meer dagelijke activiteit.7 De NRC raadt een ratio aan van 2.6:1 met een maximum van 26:1.(13)
Zoals eerder vermeld is het vooral van belang om te weten in welke absolute dosering de vetzuren aanwezig zijn en in welke vorm. ALA heeft niet hetzelfde effect dan EPA en DHA en ook de ratio op zich is niet heilig; een lage ratio kan aanwezig zijn in een voeding waarbij de absolute doseringen in de voeding te laag zijn om enig effect te verkrijgen. (1,12,14,25)
Conclusie
Een huishouddieet moet ten allen tijde worden aangevuld met essentiële vetzuren omdat vlees samen met een koolhydraatbron en groenten op zich niet kan voorzien in de noden van de hond. Het is geweten dat grasgevoerd rundsvlees significant meer omega 3 bevat dan graangevoerd rundsvlees, dit wil dan ook zeggen dat geïndustrialiseerd vlees nooit voldoende EFA’s kan bevatten. (13,16)
Een dieet hoog in EFA’s biedt niet alleen tal van gezondheidsvoordelen in preventieve zin, maar kan ook curatief worden ingezet. Het is dus van grote waarde de eigenaars te sensibiliseren en bewust te maken van het belang van het toevoegen van een olie-supplement, waarin het liefst visolie (met EPA en DHA, de meest potente vetzuren) in verwerkt is. De eigenaars moeten er ook op gewezen worden dat de houdbaarheidsdatum moet worden gerespecteerd en dat een geopend olie-supplement donker en koel moet bewaard worden om oxidatie te vermijden.