Waaruit bestaat een gezonde huisbereide maaltijd?
Een huisbereide maaltijd moet gezond, compleet en evenwichtig zijn. Ze moet dus voldoen aan enkele voorwaarden. Het is natuurlijk ook mooi meegenomen dat de maaltijd aantrekkelijk en smakelijk is, zeker in gevallen van anorexie. De belangrijkste rol van een dieet bestaat er in om voldoende nutriënten te voorzien en te voldoen aan de metabole vereisten van het dier terwijl de eigenaar het gevoel heeft dat hij het welzijn van zijn dier zelf in de hand heeft.10 Recent onderzoek ondersteunt de hypothese dat voeding, naast het voldoen aan de voedingsbehoeften, verschillende functies in het lichaam kan moduleren en een gunstige rol heeft of een risicovermindering van bepaalde ziekten met zich meebrengt. Het wordt duidelijk dat voeding kan zorgen voor een betere levenskwaliteit en een betere gezondheid kan bevorderen.7 Als grote voorbeeld kunnen we de darmgezondheid aanhalen. Er is een duidelijke link tussen de darmgezondheid en de algemene gezondheid van het dier en men moet dus ten allen tijde deze darmgezondheid als prioritair meetinstrument kiezen voor het bepalen of een voeding al dan niet past bij de hond.
Nutriënten
Laten we de belangrijkste voedingscomponenten bekijken die nodig zijn in een hondenmaaltijd zodat het dieet evenwichtig en compleet is en tegelijkertijd de darmflora in optimale conditie blijft. Een nutriënt is elk voedingsbestanddeel die een bijdrage levert aan het leven. Nutriënten zijn essentieel in het ondersteunen van de basislichaamsfuncties: 1) ze fungeren als structurele componenten, 2) ze nemen deel of versterken een chemische reactie of het metabolisme, 3) ze verzorgen het transport van stoffen, 4) ze helpen mee aan het behouden van de lichaamstemperatuur en 5) ze leveren energie.4 Nutriënten zijn onderverdeeld in subcategorieën, namelijk water, macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten) en micronutriënten (mineralen en vitaminen). Er zijn nieuwe studies gedaan waarin honden zelf de macronutriëntsamenstelling van hun dieet konden bepalen, dan kiezen zij voor minimum 30% eiwitten als energieleverancier. Hoe langer in de tijd ze zelf een dieet kunnen kiezen, hoe meer eiwitten ze consumeren (29% op dag 1 en 44% op dag 10 van de studie), daarnaast evolueert de vetopname in tegenovergestelde zin (68% op dag 1 en 52% op dag 10). De consumptie van koolhydraten blijft stabiel (rond 3% van de totale energie opname).
Eiwitten
Voedingseiwitten zijn de voornaamste bron van essentiële en niet-essentiële aminozuren. Omdat eiwitten een beperkte levensduur hebben, zijn voedingseiwitten essentieel voor de vernieuwing van het systeem, ze dienen namelijk vooral als bouwsteen voor het lichaam. Eiwitten zorgen voor opbouw van spieren, huid en haar, een sterk immuunsysteem, voldoende rode bloedcellen en goed functionerende hormonen en enzymen. Symptomen van eiwittekort kunnen zijn: anemie, verminderde immuniteit, spieratrofie, alopecie, apathie, broze haren en slechte vacht. Indien er tekorten zijn aan specifieke aminozuren, zijn de klinische symptomen vergelijkbaar met deze van een algemene eiwittekort. Verlies van spiermassa is geassocieerd met een hogere morbiditeit en mortaliteit bij honden. Indien de hoeveelheid eiwitten gegeven aan gezonde honden de aanbevelingen overschrijdt, resulteert dit niet in toxiciteit. Een overmaat aan eiwitten kan enkel problematisch zijn bij honden met specifieke medische aandoeningen. Bij honden met chronische nierziekte kan een overmaat aan eiwitten bijdragen aan de progressie van de ziekte. Andere ziekten waarbij het eiwitgehalte in de voeding moet gemonitord worden zijn leverziekten, urolithiasis en voedselintoleranties. Bronnen van eiwitten: • Dierlijke bronnen: vlees, vis, eieren • Plantaardige bronnen: noten, soja, peulvruchten, granen Omdat dierlijke bronnen een hoge biologische beschikbaarheid hebben en de honden deze bronnen ook genetisch kennen, gaat de voorkeur uit naar een groot vlees-,en/of visaandeel in hondenvoeding.
Koolhydraten en vezels
Koolhydraten omvatten zetmeel, suikers en vezels. Enkelvoudige koolhydraten en zetmeel worden gebruikt als bron van glucose en zijn in de meeste hondenvoedingen de primaire bron van energie. Doch, belangrijk om te beseffen is dat koolhydraten niet vereist zijn in hondenvoeding en er geen waarden bestaan voor de minimale behoeftes. Koolhydraten zijn echter wel nodig voor de productie van korrelvoeding. Hoewel er geen aanbevelingen of behoeftes zijn beschreven voor het vezelgehalte in een hondendieet, zijn ze noodzakelijk om een goede gezondheid en optimale functionaliteit van het volledige maagdarmstelsel te behouden. Bovendien zijn de eindproducten van de fermentatie van vezels (acetaat, propionaat en butyraat) van belang voor het behouden van de gezondheid van de dikke darm. Verschillende types en specifieke gehaltes van vezels kunnen belangrijk zijn bij de behandeling van specifieke aandoeningen bij de hond zoals obesitas, diarree, constipatie en diabetes mellitus. Bronnen van koolhydraten en vezels: • Granen, rijst, aardappel, peulvruchten • Groenten en fruit Het is belangrijk om een niet te grote hoeveelheid koolhydraten toe te voegen aan het dieet, zodanig dat er niet te veel insuline moet worden geproduceerd. Bepaalde fysiologische of pathologische toestanden zoals diabetes, obesitas, dracht, stress, infectie, kanker en oudere leeftijd hebben een invloed op de glycemische controle in het lichaam. In deze situaties is het aanbevolen om een minimale postprandiale glucosepiek en insulinepiek te veroorzaken en dusdanig het welzijn van de hond te verbeteren. Koolhydraten zijn een goedkope bron van energie en voorkomen hypoglycemie tijdens dracht en lactatie, voor deze 2 laatste fysiologische condities is er een minimumbehoefte vastgesteld. Daarnaast zorgen groenten en fruit voor prebiotische vezels en voor bioflavenoïden die de gezondheid ten goede komen.
Vetten
Voedingsvetten leveren energie, verbeteren de smakelijkheid van een dieet, zijn een bron van essentiële vetzuren en een optimaal milieu voor de opname van vetoplosbare vitaminen. Vetten zijn de meest geconcentreerde energiebron in een dieet. De essentiële vetzuren kunnen niet door het lichaam zelf aangemaakt worden en zijn dus vereist in een dieet. Meer hierover lees je in een volgend artikel over waarom het toevoegen van essentiële vetzuren aan het dieet noodzakelijk is. Lage vetgehaltes zullen leiden tot tekorten aan energie en essentiële vetzuren. Door het effect van voedingsvetten op de smakelijkheid kunnen diëten met een zeer laag vetgehalte zorgen voor een verminderde voedingsopname. Tekorten aan essentiële vetzuren zijn het duidelijkst waarneembaar ter hoogte van de huid. Tekorten zorgen voor een vertraagde wondheling, een droge en doffe vacht en een schilferige huid. Een vetrijk dieet is geassocieerd met een hogere energieopname waardoor volwassen honden met een sedentaire levensstijl meer neiging hebben om obesitas te ontwikkelen als ze een vetrijk dieet krijgen. Een vetrijk dieet in combinatie met weinig eiwitten zou pancreasproblemen in de hand werken. Een dieet met een hoge concentratie aan voedingsvetten vereist een hogere bescherming door antioxidanten zoals vitamine E. Vetten spelen een belangrijke rol in de kwaliteit van de voeding. Bij het produceren van de voeding ondergaan vetten vaak een chemische of fysieke verandering, vaak door de hitte en kan er oxidatie plaatsvinden waardoor de kwaliteit naar beneden gaat, denk hierbij aan ranzigheid. Bronnen van vetten: • Verzadigde vetten: dierlijke vetten, kokosolie • Onverzadigde vetten en/of essentiële vetzuren: zonnebloemolie, visolie, koolzaadolie, lijnzaadolie, olijfolie,…
Mineralen en vitaminen
Vitaminen en mineralen zijn belangrijke componenten in een hondendieet en zijn vereist voor een normale lichaamsfunctie. Vitaminen kunnen we onderverdelen in twee groepen: vetoplosbare (A, D, E, K) en wateroplosbare (B, C) vitaminen. Sommige vitaminen zoals vitamine C kan de hond zelf aanmaken. Mineralen daarentegen moeten dieren altijd opnemen via de voeding. Micromineralen zijn in kleine hoeveelheden aanwezig in het lichaam en omvatten ijzer, zink, koper, mangaan, jodium en selenium. Macromineralen zijn in grotere hoeveelheden aanwezig en worden vertegenwoordigd door calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium en chloride. We bespreken het belang van de mineralen en de vitaminen volgende maand in een artikel over de noodzaak van het toevoegen van mineralen en vitaminen aan de huisbereide maaltijd.
Auteur: Dierenarts Véronique Van Haegenborgh